Tag archieven: moed

Naar een efficiënte samenleving. . . zou dat kunnen?

De Nederlandse politiek maakt zich erg druk over de noodzaak tot belastingherziening. Een vereenvoudiging en verlaging van de inkomstenbelasting zou de economie stimuleren. Dat moet natuurlijk juist niet gebeuren, maar ik kan wel enkele andere voordelen van belastingherziening zien, niet de minste waarvan is dat het zou kunnen bijdragen tot de grote kentering, waarover ik eerder heb gesproken (zie het voor-vorige blog).

Men zegt dat er voor een belastingherziening geld nodig is, en daaraan zou het nu juist ontbreken. Dat zou niet zo zijn, als we niet zouden besluiten tot belastingverlaging maar tot verhoging,  tegelijkertijd met een verschuiving van de  directe naar de indirecte belastingen. Het effect daarvan op de economie zou waarschijnlijk neutraal zijn, omdat het zou leiden tot een verschuiving van bestedingen van de particuliere sector naar de overheidssector. Hier een aantal suggesties.

Eerstens zou men de symbiotische relatie kunnen verbreken tussen politici, ambtenaren en ict-bedrijven, die er voor zorgt dat vrijwel alle ict projecten bij de overheid mislukken of veel duurder uitpakken dan begroot. Dat zou € 5 miljard kunnen opleveren. De reactie van minister Blok op het onlangs uitgebrachte rapport-Elias laat echter zien dat dit niet zal gebeuren – het rapport dringt er ook trouwens niet op aan.

De directe of verkapte subsidies op fossiele brandstoffen zouden met onmiddellijke ingang kunnen worden afgeschaft, hetgeen eveneens € 5 miljard kan opleveren. Het geld dat dit oplevert zou kunnen worden geïnvesteerd in de ontwikkkeling van duurzame energiebronnen. Het zou er toe kunnen bijdragen dat we onze achterstand in het gebruik van duurzame energie zouden kunnen inlopen (In Europa komt 15 % van de energie uit duurzame bronnen – in Nederland is dit nog geen 5 %; NRC/Handelsblad  van 19 februari).

Een geleidelijke totale afschaffing van de hypotheekrenteaftrek  levert € 10 miljard op (prof. Peter Kavelaars, hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus-universiteit,  in P+, jaargang 13, nummer 3).

Een veel radicalere ingreep zou zijn een substantiële belasting op grondstoffen en fossiele energie in te voeren. Dat kan, afhankelijk van hoe ver men durft te gaan, miljarden opleveren. Dat zou leiden tot een verhoging van de indirecte belastingdruk, en daar durven maar weinig politici voor te pleiten. Begrijpelijk als we denken aan alle ’tea parties’ uit heden en verleden.

Een verhoging van het btw tarief tot 25 % zou, samen met de afschaffing van het 6 % tarief € 25 miljard opveren (Prof. Kavelaars).

Afschaffing van alle toeslagen en  aftrekposten, behalve de huursubsidie en de zorgtoeslag (omdat die voorzien in centrale levensbehoeften), levert natuurlijk ook een aanzienlijk bedrag op (prof. Arnoud Boot op BNR nieuwsradio, 10/9/2014).

Er zijn nog wel meer bronnen van geld (een verhoging van de vermogensbelasting op topvermogens bijvoorbeeld, of een reële belastingdruk voor multinationals, of het annuleren van de aanschaf van de langzamerhand onbruikbaar wordende Joint Strike Fighter, terwijl een vereenvoudiging van het belastingstelsel op den duur ook nog geld zou opleveren) maar hier laat ik het maar bij.  Wat zouden de economische effecten zijn van een dergelijk radicale ingreep? Je hoeft geen econoom te zijn om dat te kunnen bedenken, een beetje gezond verstand volstaat.

Het zou de ontwikkeling van een circulaire economie bevorderen, en zodoende bijdrage tot het reduceren van de klimaatproblematiek. Het zou de balans tussen consumptie en de investering in ‘commons’ (collectieve goederen) verschuiven ten gunste van het laatste. En het zou de positie van de overheid versterken, en als zodanig een belangrijk tegengif zijn tegen de mogelijkheid van een financiële en maatschappelijke ontwrichting.

Maar de zojuist voorgestelde maatregelen zullen, ook al zou het gepaard kunnen gaan met een substantiële verlaging van de inkomstenbelasting, op aanzienlijke weerstand stuiten, zowel bij belanghebbenden als bij de bevolking in het algemeen. Daarom kan een dergelijke belastingherziening alleen maar worden gerealiseerd, als het ingekaderd is in een inspirerende toekomstvisie. Mensen willen, zo geloof ik, best (veel) belasting betalen, als het hen maar duidelijk wordt dat ze er veel voor terug krijgen. Weerstand tegen belasting betalen vindt zijn oorzaak – behalve in ideologie – in een gevoel dat de overheid niet levert  in verhouding tot onze bijdrage.

Aan ons de taak om gezamenlijk die toekomstvisie te ontwikkelen en uit te dragen, zodat er draagvlak ontstaat voor een wezenlijke transitie naar een waardige samenleving. Wie weet zullen er dan enkele politici opstaan die de kracht, de wijsheid en de moed hebben om dergelijke ingrepen te bepleiten.

 

 

 

 

Geschokt door de levenden in plaats van door de doden.

Ik twijfelde, maar laat ik me nu toch ook maar voegen in het koor van reacties op de aanslag op Charlie Hebdo (en de supermarkt). Ik ben verbaasd door de enorme reactie die deze aanslag oproept: massale demonstraties, wereldwijde commentaren van iedereen die er toe doet of niet toe doet. Ik zelf was namelijk niet zo geschokt door de aanslag, al is die natuurlijk vreselijk voor de nabestaanden, en ook bedreigend voor vele andere journalisten en cartoonisten, met name hen die kritisch over de Islam schrijven of tekenen. Ik was niet zo geschokt want ik verwacht een dergelijke aanslag al jaren – en er zullen nog vele volgen. Trouwens, dat verwachtte Charlie Hebdo – een weinig populair blad, dat meer scherp dan humoristisch was, overigens niet alleen ten aanzien van moslims – zelf ook, en  (over)moed kun je hen dus niet ontzeggen. Verder vinden er vrijwel wekelijks dergelijke aanslagen plaats over de hele wereld, waar we schouderophalend aan voorbijgaan. Ook valt het aantal slachtoffers in het niet bij de miljoenen doden die dagelijks vallen onder terreur, oorlog, ziekte, armoede en natuurrampen in de wereld (denk alleen maar aan de vluchtelingen die regelmatig omkomen in hun poging Europa te bereiken). Ik was dus niet zo geschokt. Ik vrees dat ik met deze enigszins gevoelloze reactie velen voor het hoofd stoot, maar het is niet anders.

Wat me daarentegen wel schokte was de reactie van enkele omstanders, Parijse scholieren. Ik citeer Trouw van donderdag: ‘Wat gebeurd is is natuurlijk niet goed. Maar: “Je mag geen religie beledigen, dat kan je niet doen”, zegt Nionsondy (16) beslist. ” Charlie Hebdo kan kritiek hebben, maar er zijn grenzen. Omdat zij zich niet aan die grenzen hebben gehouden is gebeurd wat er is gebeurd.” Nikosondy, van Afrikaanse origine, is moslim. Haar joodse klasgenote Reina Ben-David is het helemaal met haar klasgenote eens’. Ergo: wat er gebeurd is eigenlijk de schuld van Charlie Hebdo zelf. Soortelijke geluiden hoorde je na de aanslag op het World Trade Center, en te onzent na de moord op Theo van Gogh.

Ik vrees dat er in de Wereld honderdduizenden, misschien wel miljoenen, ouderen en jongeren, zijn die zo denken (al zijn er natuurlijk ook vele anderen die niet zo denken). Ook in ons land. Deze miljoenen vormen tezamen het klimaat waarin het zaad van het terrorisme kan gedijen. Ik had me dat onvoldoende gerealiseerd – vandaar mijn geschoktheid door de de reactie van de Parijse scholieren. Ik zie ineens helder in dat onze democratie en rechtsstaat, met zijn recht op vrije meningsuiting, wel eens zijn langste tijd zou kunnen hebben gehad. (Zie in dit verband de interessante roman ‘Soumission’ (Onderwerping) van Michel Houellebecq).

Als we deze trend zouden willen keren is de enige weg, zoals ik het zie, het onderwijs. Durven leraren de discussie hierover in hun klassen aan te zwengelen? Durven zij de vraag aan de orde te stellen, of hun leerlingen vinden dat felle kritiek op, en satire en cartoons over het Christendom,  het Jodendom, de staat Israël, of gewoon de  politiek ook verboden moeten worden? En of ze, als die kritiek of spot er toch komt, ook aanslagen op kerken, moskeeën, synagogen, krantenredacties of het parlement vergoelijkt moeten worden?

Ik vrees dat een leraar die dit openlijk aan de orde zal stellen het niet makkelijk gaat krijgen. En ik vrees dat die dan niet door zijn management gesteund gaat worden. Of, als het management dat wel zou doen, dat dan weer niet door zijn bestuur of de overheid gesteund zou worden.

We leven in een laf klimaat. Het is tamelijk makkelijk om onze afschuw uit te spreken over een aanslag zoals deze – want wie, behalve enkele extremisten,  kan daar nu voor zijn? Die afschuw wordt zelfs uitgesproken door staatshoofden en politici uit landen die het zelf met de persvrijheid niet zo nauw nemen (o.a. Hongarije, Turkije, Rusland). Het is ook makkelijk  om strengere grenscontroles, en striktere veiligheidsmaatregelen, kortom om meer repressie te eisen; een beweging in de richting van wat ik elders de ‘security state’ heb genoemd. Maar geef mij dan maar de reactie van onze voormalige premier Kok, die naar aanleiding van de aanslagen op het WTC in New York de vurige wens uitsprak dat de VS hierop “waardig zouden reageren”, wat, zoals we nu weten, helaas niet gebeurd is. Daarvan plukken we nu de wrange vruchten.

Maar het aan de orde stellen van wat er werkelijk in deze samenleving aan de hand is, daarover een open dialoog voeren en daar uiteindelijk stelling in nemen, vergt moed en respect voor de waarheid van de ander, ook al zijn we het daar niet mee eens. De vorige eeuw en het vorige decennium hebben ons geleerd wat er gebeurt als dat gesprek onvoldoende diepgaand wordt gevoerd.

 

Is het glas nu half leeg of half vol?

Zondag een week geleden demonstreerden er wereldwijd 645.000 mensen voor een radicaal klimaatbeleid. De organisatoren (Avaaz en diverse milieuorganisaties) waren daar zeer blij mee en zonden een mail rond waaruit euforie sprak: we komen massaal in beweging. Ik ben een notoire zwartkijker en kon die euforie niet delen. In de eerste plaats was het doel (1 miljoen demonstranten) niet gehaald, en in de tweede plaats heeft een dergelijke demonstratie mijns inziens niet veel direct effect (al refereerde Obama er wel aan in zijn speech op de eendaagse klimaatconferentie van de VN). In New York demonstreerden 300.000 mensen (volgens de organisatie 400.000), het doel was geweest een half miljoen. Maar bovendien: als je het aantal potentiële demonstranten in New York schat op 5-10 miljoen, kun  je ook zeggen dat er miljoenen NIET gedemonstreerd hebben. Die kan het kennelijk allemaal niet zoveel schelen, of ze zijn slecht geïnformeerd.

Het aantal in New York stak echter nog gunstig af bij het aantal in Amsterdam. De Nederlandse organisatoren stelden dat er in heel Nederland 5000 mensen gedemonstreerd hadden. Ik denk dat er daarvan naar schatting 3000 in Amsterdam demonstreerden. Als je dat vergelijkt met New York hadden dat er 30.000 tot 60.000 moeten zijn. Toen ik zelf meeliep en alle mensen op terrasjes zag zitten, die het wel een interessante voorstelling vonden in plaats van zelf mee te lopen, werd ik daar niet vrolijk van. Maar ook de Nederlandse organisatie (Avaaz, Urgenda) verkeerde in een staat van euforie.

Diezelfde dag was er wereldwijd het MasterPeace concert. 53 concerten in meer dan 40 landen. In Amsterdam woonden 7000 mensen dat concert bij. Ook dat leidde tot een staat van euforie. Het was ook prachtig om te zien hoe tegenstanders uit diverse conflictgebieden samen muziek maakten als een pleidooi voor vrede. Maar ook hierbij heb ik een kanttekening. Vergeleken met de oorspronkelijke doel van MasterPeace: een magistraal muziek- en dansfeest bij de piramiden van Egypte, met wereldwijde mediacoverage, is de impact van dit festijn beperkt. Al moet bedacht worden dat er in meer dan 50 landen wel kernen van MasterPeace zijn gevormd die strijden voor de vrede. Anderzijds: in Israël en Palestina bestaan die kernen nu al 65 jaar. Veel effect heeft dat niet (behalve bij enkele individuen).

Ik vind het dus geen tijd voor euforie, ook al  kun je er voor kiezen om op bescheiden schaal je successen te vieren. Maar ik trek uit de bovenstaande overwegingen niet de conclusie dat al die activiteiten zinloos zijn. Ik heb het grootste respect voor de moed en de veerkracht van de initiatiefnemers, die tegen de verdrukking in hun idealen vorm geven.  Die volhouden bij tegenslag, en dan een resultaat bereiken dat weliswaar niet helemaal gelijk is aan hun dromen, maar niettemin indrukwekkend. Zij zijn een voorbeeld voor ons allen.

En ik mag dan niet in een staat van euforie verkeren, ik ben ook niet somber. Ik houd me maar vast aan de gelijkenis van de zaaier. Hier volgt een verkorte versie :

Een zaaier ging uit om te zaaien. En toen hij zaaide viel een deel bij de weg, en de vogels kwamen en aten het op. En een ander deel viel op het steenachtige, waar het niet veel aarde had, en toen de zon opkwam verdorde het, omdat het niet veel wortel had. En een ander deel viel tussen de doornen; en de doornen groeiden op en verstikten het. Maar een ander deel viel in goede aarde, en gaf vrucht. Het één honderdvoud, het ander zestigvoud en het ander dertigvoud. Wie oren heeft die hore.

Wie weet wat er volgend jaar zal gebeuren – bij de grote klimaat conferentie in Parijs. We zullen zien. En wat MasterPeace betreft, wat nog niet is kan komen.

The future belongs to those who believe in the beauty of their dreams.

Unknown“I know not with what weapons World War III will be fought, but World War IV will be fought with sticks and stones.” ― Albert Einstein.

Our economy system is a mess. Inequality in personal wealth is a threat to our democracy and to peace. The unemployment rates all over the world are a threat to our democracy as well. Banks and financial institutions do exactly the same things as before the 2008 financial crisis. (In the London city they are certain that the next crisis is nearby, and this time the governments will not have the money to ‘solve’ it). Economic interests create war all over the place. There is no answer to the question how to grow without aggravating the ecological crisis. There is no agreement among experts about how to solve all these problems. Political parties , left and right, are failing to turn up. We simply DON’T KNOW. In the meantime governments frantically try to promote economic growth to no avail.

Research, both in the US and in the Netherlands show that the vast majority of the well-to-do don’t give a damn. As long als they can accumulate wealth in the short term, more, more, more, they don’t care. This is especially true for the very rich ones (there are exceptions of course). Montesquieu, the great philosopher about the political system and democracy, already said it: ‘Love for democracy is love for equality.’  But in this society another value completely pushes this value of equality aside: the value of absolute freedom, the right to act as one pleases no matter what.

The ecological and  economical problems and the problems of war and peace are all interconnected. No improvement or sustainable progress can be reached in one of these areas separately. What to do?

I think the first step is to make explicit which is the society we want. Not in general terms, but in concrete images and concepts. That we have to do each for him or herself, and then also on a collective level. This issue should be the object of dialog in each school, in each firm, in each political party and in each institution. There should be one or more special think tanks to discuss this matter and to develop a vision. Then the next step should be to develop ideas about how to get there. Then, at last, we probably have assembled enough courage to look at the present situation as it is in all its horror. We then do not have to talk about it anymore in vague, non committing terms, as we do now. And then, probably, we’ll develop the political will to move. Many problems will show itself on our way, but in the end a radiant future then may lie before us.

All big changes of our time started with movements  bottom up: the French revolution, the fall of the Berlin Wall and the Soviet Empire, the fall of the apartheid regime of South Africa, the liberation of India and Pakistan. Then great leaders understood the signs of the time and could pick up and channel the energy of the masses. Something like that could happen today. Big crises could catalyze that process.

Our responsibility is to start each for ourselves. Let’s start today, and develop our vision about the future, and share that with everyone, wherever we come, and whoever we meet. As Eleanor Roosevelt said: “The future belongs to those who believe in the beauty of their dreams.” And John F. Kennedy: “We have come too far, we have sacrificed too much, to disdain the future now”.

By the way: a good way to start is to go to the nearby MasterPeace concert on Peaceday, september 1st. In 40 countries in the world. The Dutch concert is in Ziggo Dome, Amsterdam. See: https://www.masterpeace.org

For this blog I heavily rely on the article of Marcel ten Hooven in NRC/Handelsblad of August 24. 

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker).

 

The road less traveled (Robert Frost)

Two roads diverged in a wood, and I—
I took the one less traveled by,
And that has made all the difference. (Robert Frost)

road-less-traveledI was sitting in a tram and gave a sign that I wanted to leave at the next stop by pressing the button. Unfortunately the driver didn’t notice and passed the stop without halting. When I went to the driver to point this out, he became angry and started to blame me because I pressed too late. Needless to say that this was not the case, I pressed long before the stop was coming up.

This apparently not very significant incident to me seems characteristic for what is gong on in our society, at least here in Holland. It is hardly possible to give someone feedback, the receiver immediately starts blaming you or someone else or the world, or whatever.  So difficult it is to take responsibility for what one is doing.

The other side of this is that many feel free to scold, swear, blame, malign, abuse anyone who doesn’t one agree with. Especially on the internet (nice and safe), but also in the papers, and especially with regard to those who are doing something, are sticking their neck out (as we say in Holland) or are taking responsibility – in other words: are taking a risk and become visible. For instance politicians. Or teachers. A teacher I know used to leave her bag in the teachers room while going to class. Since a few days coffee is spilled over this bag, and after she closed it better, it is opened and the coffee is poured in the bag, making a mess of her papers and things. This teacher is not aware of any conflict she would have with anyone. It could be a case of racism (the teacher is Surinamese), one can’t tell.

I always believed that when someone is striving for personal development  and is making the effort to know himself, he also would take responsibility and would become more kind and loving. This is because then (s)he has confronted, processed, accepted and embraced the shadow side in himself or herself: painful experiences, not so nice, even shameful, hidden intentions, etc. An unprocessed shadow always comes out in the form of (disguised) aggression, resentment, verbal or physical violence. Processing ones shadow however is painful and requires courage. And in order to receive the benefit fully, one has to go all the way, as deep as one can. That’s why so few people are doing it.  “The person who has the courage to know himself is the warrior of the heart” (Danaan Parry).

Nowadays I wonder. Would it be true that, if people would make the effort to know themselves that they would be more kind, decent and loving? And is getting to know oneself a necessary condition for that? I don’t know. However, I don’t know a better way to a more dignified and considerate society. So the question is: how do we convince and encourage people to go for personal development, and what can we do to provide the facilities (teachers, groups for support) for that?

 

© Foto: https://www.chancescoggins.com/up-ahead-on-the-road-less-traveled

(I apologize for mistakes in my English. Blogs are cursory – not stuff for correction by a native speaker)

Wees uzelf, zei ik tot iemand. . .

Vorige keer heb ik beloofd wat dieper in te gaan op de begrippen persoonlijke ontwikkeling en persoonlijke groei. Daarover bestaan mijns inziens veel misverstanden. In het hiernavolgende maak ik geen onderscheid tussen beide begrippen.

Veel mensen beschouwen persoonlijke ontwikkeling als de ontwikkeling van kennis en vaardigheden. Anderen hebben het over het je bewust worden van wat je beweegt, van je hogere levensdoel of van je bestemming. Weer anderen hebben het over zelfkennis. Geen van deze definities dekt voor mij het begrip helemaal. “The person who has the courage to know himself, is the warrior of the heart”  is een citaat van mijn vriend en leermeester Danaan Parry (1939-1996), dat ik vaak gebruik. In dit citaat zitten drie elementen: courage (moed), hart en weten. Bij elkaar vormen die drie een aardige omschrijving van wat ik persoonlijke ontwikkeling noem. Maar eerst: wat is een ‘warrior of the heart’?

In sommige tradities bij Amerikaanse Indianen was the Warrior of the Heart een van de ‘elders’ van de stam, een wijze oude man die functioneerde als het geweten van de stam. Hij werd geraadpleegd bij morele kwesties, zag erop toe dat de stam en zijn leden ‘juist’ handelden, en bemiddelde bij conflicten. Een dergelijke figuur treffen we ook aan bij bepaalde sekten in het Tibetaans Boeddhisme. Hij is niet het stamhoofd of de leider van de sekte, maar een wijze raadgever, die naast de leider staat buiten de hiërarchie.Deze figuur kan een symbool zijn van waar we naar toe willen groeien in onze persoonlijk ontwikkeling. Maar om daar te komen is allereerst moed nodig: de moed om onder ogen te zien wat is: in onszelf en buiten ons zelf. Dat is vaak een pijnlijk proces, en confronteert ons met de angst die in ieder van ons aanwezig is, bewust of onbewust. Daarom is er moed voor nodig. Moed is een kwaliteit van het hart. Dat zien we aan het woord zelf: moed is afgeleid van het middelnederlands ‘moet’ (hartstocht, gemoed) dat zelf weer oudere wortels heeft. We zien het ook aan het Engelse en Franse courage, dat afgeleid is van het Latijnse ‘cor’ (hart). Moed is een gemoedsbeweging. Moed bestaat bij de gratie van angst en uitdaging: als we onze veiligheidsgebied verlaten en het gebied van onze ‘ growing edge’ betreden: het terrein waar we doorheen moeten gaan om verder te komen op de weg van onze groei (zie afbeelding hieronder). En zo komen we  dan in contact met ons ‘ge-weten’, datgene wat we altijd al geweten hebben maar ons tot nu toe niet bewust waren.

Growing edge

Zo bezien is persoonlijke ontwikkeling een levenslang proces, dat spontaan plaats vindt, maar meer of minder  diep kan gaan. Om je maximale diepte en hoogte te bereiken moet je er echter expliciet tijd aan besteden en volhouden wanneer het even moeilijk wordt. En dan zal het proces, zoals eerder gezegd, vaak angstig en pijnlijk zijn. Daarom is er discipline nodig, en daarnaast kan een leraar of leergemeenschap, de sangha waar ik het vorige keer over had, zeer behulpzaam zijn. Een leraar en/of een sangha kan je ook helpen je blinde vlekken te zien. Soms is een leraar of sangha een voorwaarde om vol te houden, maar in elk geval is een sangha altijd ondersteunend, inspirerend en bezielend.

Over persoonlijke ontwikkeling is natuurlijk nog veel meer te vertellen. Er zijn boeken over vol geschreven (ook door mij). Maar voor een blog lijkt me dit wel voldoende.

“Wees uzelf, zei ik tot iemand, maar hij kon niet, hij was niemand.” (P.A. de Genestet) Ik mag toch niet hopen dat u zo een keer wordt waargenomen. U bent natuurlijk al uzelf, maar ik wens u toe dat dit zich ook in de wereld manifesteert. Dat zal u een gevoel geven van het leven ten volle te leven, maar bovendien: wij hebben u nodig!

 

P.S. Op mijn vorige blog kwam een reactie binnen van Mauk Pieper van Venwoude, die stelde dat ik de sangha van Venwoude over het hoofd had gezien. Voor mijn weerwoord: ga naar mijn vorige blog en kijk bij reacties.

 

 

Een stralend perspectief.

Mijn leven is zeer vol met vrijwillige activiteiten. Daarnaast doe ik echter ook nog wel wat professioneel werk. Het belangrijkste onderdeel daarvan is het leiding geven aan de Hart Sutra Club van The Edge. Deze is opgezet naar het model van een mysterieschool. De leden doorlopen een inwijdingsprogramma in zes ‘graden’. Om tot een graad te worden toegelaten moeten de leden een proef ondergaan, en aansluitend een gelofte afleggen. Daarna worden ze ingewijd in de betreffende graad.

Ik zelf ben degene die de leden inwijdt. Waaraan ontleen ik mijn autoriteit om de leerlingen te (mogen) inwijden? Uiteraard aan het feit dat ik de desbetreffende graden zelf heb bereikt. Maar dat heb ik niet bij één school gedaan. Mijn inwijdingen, net als mijn opleiding, zijn een ratjetoe van allerlei verschillende trainingen, testen en  geloftes, afgelegd bij verschillende leermeesters (soms tegenover mezelf). Ik ben van mening dat ik, net zoals ik in mijn trainingen de deelnemers geen oefeningen kan opdragen die ik niet zelf  heb gedaan en ervaren, ik geen inwijdingen kan afnemen die ik niet zelf heb ondergaan.

Omdat ik die inwijdingen zo her en der heb ondergaan, en ik zelf wel eens wilde weten hoe zich dat in mijn leven had afgespeeld, heb ik ze onlangs eens even op een rijtje gezet. En daarbij deed ik de ontdekking dat er naast de proeven en inwijdingen nog een aantal andere zaken in mijn leven zijn voorgevallen, die minstens zo vormend zijn geweest. De belangrijkste daarvan vat ik nu maar even samen onder de term ‘spirituele ervaringen’. Ze lenen  zich niet zo goed om in een blog over te vertellen, daarvoor zijn ze te intiem en persoonlijk, maar ik kan er in zijn  algemeenheid wel wat over zeggen. Ze kenmerken zich door een verlies van ik-bewustzijn (maar wel een grote bewustheid), ontroering, ontzag en een diepe vreugde. Ze warend transcendent en transformerend in die zin, dat ze mijn kijk op mezelf en de wereld diepgaand hebben beïnvloed. Je zou ze momenten van verlichting kunnen noemen.

Ik beschouw mezelf niet als verlicht, omdat ik die ervaringen niet naar willekeur kan oproepen (zoals ik liefde,  intuïtie en eenheidsbewustzijn ook niet naar willekeur kan oproepen), en ook omdat de herinnering eraan in het leven van alledag vaak naar de achtergrond verschuift. Ik leef niet permanent in verlichte staat. Weshalve ik ook niet gemachtigd ben om een verlichte geest in de graad van verlichting in te wijden (als die dat al nodig zou hebben).

Waarom vertel ik u dit alles? Om u aan te moedigen hetzelfde te doen: eens te kijken naar de inwijdingen en spirituele ervaringen in uw leven. Het zal u sterken in uw hoop en de moed om de wereld tegemoet te treden en is een uitstekend medicijn tegen machteloosheid, moedeloosheid en gevoelens van zinloosheid. Dat is althans mijn ervaring, en ik zie het ook bij anderen. We zijn dan misschien niet verlicht, maar we kunnen wel weten wat de verlichte staat van zijn is. Dat is een wenkend perspectief, dat ons gaande houdt in deze wereld die verdeelder en verwarder schijnt dan ooit.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De Lijdensweek: Stille Zaterdag

“Nu ben je dood, ik in de rouw, voor om door vanwege jou, en toch verlang ik nog naar jou”              (Judith Herzberg, Klaagliedjes)

Stille Zaterdag, een dag van rouw. In de Katholieke kerken luiden vandaag de klokken niet, tot aan de Paaswake (vanavond). Een dag om eens even terug te blikken op de afgelopen dagen

Ik ben misschien af en toe wat cynisch geweest over gebrek aan aandacht voor de lijdensweek en de ‘glamour’ van de Matheus Passion in Naarden. Maar er is ook een andere kant. Overal in den lande werd de Matheus Passion opgevoerd, vaak op zeer behoorlijk niveau en in diepe aandacht. In het Concertgebouw werd Golgotha van Frank Martin gebracht, een bijzonder en alom geroemde uitvoering. Donderdagavond werd The Passion opgevoerd in de open lucht in Den Haag, waaraan ondanks de kou duizenden mensen deelnamen en dat werd uitgezonden door de televisie.

Dan wil ik nog even stil staan bij het delen van brood en wijn bij het Laatste Avondmaal. In de Christelijke traditie is dat de essentie van het Laatste Avondmaal, omdat door dit te herhalen Jezus ook nu in ons midden kan zijn (fysiek bij de Katholieken, daarom spreken ze van de heilige communie = gemeenschap,  bij de Protestanten alleen geestelijk). Mij spreekt dit als symboliek alleen maar aan als je het losmaakt van de persoon Jezus. Je kan het avondmaal dan zien als een je verbinden met de Christusgeest, of Heilige Geest (bij Johannes: de Trooster), die in potentie in ons allemaal aanwezig is. Als niet godsdienstige zou ik dan denken aan ons religieus, of verbindend vermogen. Nog weer anders gezegd: als ons vermogen de Eenheid van alles te ervaren.

Ook wil ik met jullie nog even terug gaan naar de hof van Gethsemane, op donderdag. Wat is het toch moeilijk, om werkelijk aanwezig te zijn bij een mens in nood! En hoe groot is de eenzaamheid van diegene die zijn nek uitsteekt! Als puntje bij paaltje komt zullen de meeste mensen hem verlaten! En wat vraagt het een moed om als diegeen in moeilijkheden komt in het publiek te zeggen: ik hoor bij jou! Petrus lukt dat in elk geval niet. Terwijl Jezus binnen voor de hogepriester wordt geleid, ontkent hij desgevraagd tot drie keer toe dat hij bij Jezus hoort. Dan kraait er een haan. En herinnert hij zich dat Jezus dat voorspeld heeft. ‘Hij ging naar buiten en weende bitter’. Hoe invoelbaar.

Als Jezus voor de hogepriester bevestigd heeft dat hij God’s zoon is, wordt hij bespot en geslagen, en vroeg in de volgende morgen voor Pilatus geleid. Die wil hem eigenlijk niet veroordelen, want hij ziet geen kwaad in de man, maar hij wordt er door de menigte, die dreigt zijn onwilligheid aan de keizer te rapporteren, toe gedwongen. Jezus zegt het hem: je denkt wel dat je macht hebt mij ter dood ter veroordelen of vrij te laten, maar dat is niet zo. De enige macht ligt bij God. Jij vervult een rol in een proces dat voorspeld is en dat noodzakelijkerwijs zo moet plaats vinden. Interessant. Hebben we een vrije keuze, of spelen we slechts onze voorgeprogrammeerde rol?

Dat is in elk geval niet zoals Judas er over denkt. Die heeft bitter spijt, en wil zijn zilverlingen terug geven aan de overpriesters en de oudsten. Maar die huichelaars willen het niet hebben en wijzen alle verantwoordelijkheid af. Judas pleegt zelfmoord door zichzelf op te hangen. Hoe ellendig moet je je voelen om zoiets te doen – hij verdient ons aller mededogen. En als deze rol voorgeprogrammeerd zou zijn door God, is dit niet mijn God.

“Eli, Eli, lama sabachthani?” “Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?” Dit waren volgens Mattheus de laatste woorden van Jezus aan het kruis. Zelfs hij, de rotsvaste in het geloof, heeft een moment van twijfel. Dat maakt hem zo menselijk – en of hij nu een werkelijk bestaande of een mythische figuur is, het maakt hem tot een van de onzen. Wij kunnen bij hem komen en de pijn voelen.

The rest is silence.*)

 

*) Shakespeare, Hamlet, zijn laatste woorden.